Hoe kan ik ouders en jongeren motiveren voor hulp?

Soms heb je als Jeugdprofessional een duidelijk beeld dat er iets moet en zelfs wat er moet, maar valt het niet mee dat idee over te brengen aan jongeren en ouders. De volgende tips kunnen helpen:

Bedenk hoe het voor deze jongere en ouders is om deze boodschap te horen: jongeren willen net zijn zoals hun leeftijdsgenoten en ouders willen het goed doen als ouder. Een boodschap dat er ‘iets aan de hand is’ kan voor de jongere bedreigend of beschamend zijn en bij een ouder kan het mogelijk schuldgevoelens of ervaringen van gefaald te hebben oproepen. Soms kunnen die emoties zo sterk zijn dat ze andere ideeën over zichzelf of over hun kind, niet willen horen. Voor je dus jouw idee kan overbrengen, zal je vaak voeling moeten krijgen met hun angsten, bezorgdheden, schuldgevoelens en zo verder. Je kan jezelf helpen door van tevoren je in de anderen te verplaatsen en na te denken over hoe zij de boodschap zouden kunnen horen. En tijdens een gesprek kan je je voortdurend afvragen hoe de ander jouw boodschap hoort en al dan niet laat binnen komen.

Probeer niet te overtuigen

Ga niet zelf overtuigen, maar laat de ander zelf formuleren waar hij/zij last van heeft: als je zelf een ongezonde gewoonte hebt (bv. roken, te veel snoepen,…), dan weet je dat vaak zelf ook wel ergens. Als anderen dan je proberen te overtuigen, dan roept dat meestal eerder weerstand op. Mensen willen vaak immers zelf controle hebben en autonomie ervaren. Anderen die zeggen dat je moet veranderen, ondergraven die autonomie. Veel effectiever is als mensen zelf zeggen dat ze zouden willen veranderen. Je kan bijvoorbeeld aansluiten bij hoe ouders zelf hun kind ervaren, wat ze vinden dat goed loopt maar ook waar ze zich zorgen om maken. Je kan aansluiten bij hoe het als ouders is als ze van bijvoorbeeld een docent een bepaalde boodschap over hun kind krijgen, wat ze daarvan niet herkennen, maar wat ook wel. Je kan stilstaan bij de betekenis voor ouders van het feit dat hun kind zich moeizaam ontwikkelt of uitvalt en daar steun op geven.

Probeer zo duidelijk mogelijk te zijn

Wees transparant, maar stem je af op waar jongeren en ouders aan toe zijn: als je een duidelijk idee hebt, is het belangrijk daar open en transparant over te kunnen zijn. Vaak helpt het om te spreken vanuit je observaties en je zorgen, eerder dan te vergaande interpretaties over het kind. Verder is het van belang om voeling te houden met hoe de boodschap overkomt. Als je de ander kwijt raakt in een gesprek, kan je nadien nog zoveel boodschappen geven: ze zullen niet meer aankomen. Monitor dus je samenwerking en signaleer het wanneer je merkt dat die scheef zit. Bespreek dit eventueel wanneer het zich voordoet. Vaak helpt het om in je hoofd enerzijds oog te hebben voor de inhoudelijke boodschap die je wilt geven, en anderzijds voortdurend te monitoren hoe het contact loopt en of je nog wel contact en samenwerking hebt. Is dat niet meer zo, dan kan je switchen van de inhoud en boodschap naar het herstellen van de samenwerking en contact.