Wat is veerkracht?
Je kunt op heel veel manieren naar veerkracht kijken. Vanuit de persoonlijkheid bekeken wordt een ‘sterke’ of ‘veerkrachtige’ persoon door vier kenmerken bepaald:
- Eigenheid en zelfvertrouwen: veerkrachtige mensen weten goed wie ze zijn en staan stevig in hun schoenen. Ze hebben zelfvertrouwen en kunnen goed omgaan met hun gevoelens.
- Zichzelf sturen: veerkrachtige mensen weten wat ze willen en waar ze naartoe willen in hun leven. Ze zetten door, ook als het soms tegenvalt en ze niet meteen hun doelen bereiken.
- Verbonden met anderen: veerkrachtige mensen voelen zich verbonden met anderen, ze kunnen goed vrienden maken en houden en hebben voldoende vertrouwen in anderen.
- Afstemmen op anderen: veerkrachtige mensen kunnen rekening houden met gevoelens van anderen, ze staan open voor de visie van anderen en snappen dat wat ze doen, ook effect heeft op anderen.
Kan ik als ouder mijn kind helpen veerkrachtiger te worden?
Je veerkracht versterk je niet van de ene dag op de andere. Dat is ook niet zo met je lichamelijke immuniteit. Maar we kunnen u wel een aantal tips geven om uw kind te helpen steviger in zijn of haar schoenen te staan.
- Denk na over je kind. Dit misschien klinkt dit een beetje gek of te vanzelfsprekend, maar toch menen we het. Om je kind te kunnen helpen, moet je proberen jezelf af te stemmen op hem of haar. Vaak helpt het om echt na te denken over waarom je kind precies zus of zo reageert of waarom het doet wat het doet. Vraag je je bijvoorbeeld af hoe je kind zich zou voelen, waarom het op een bepaalde manier zou kunnen reageren, wat er achter zijn/haar gedrag zou kunnen zitten, welke behoefte uw kind heeft. Spreek erover met de andere ouder of een vriend(in), broer, zus, je eigen ouders en zo verder. Je weet het uiteraard nooit zeker, maar over je kind nadenken en met een frisse blik naar zijn/haar gedrag kijken, kan je wel helpen om je beter af te stemmen.
- Toon je betrokkenheid. Uiteraard zijn haast alle ouders erg betrokken op hun kinderen. Soms loopt het echter zo stroef in het contact tussen ouders en kinderen, dat er afstand ontstaat. Net omdat pubers zo geneigd zijn allerlei zaken in te vullen, kan dat ertoe leiden dat ze die afstand interpreteren als onbetrokkenheid. Het is dan belangrijk dat je duidelijk maakt dat je kind voor jou belangrijk is, dat wat het voelt en ervaart voor jou belangrijk is.
- Stel vragen. Dit klinkt misschien logisch, maar toch. De beste manier om je kind te helpen zichzelf en zijn/haar emoties beter te begrijpen, is door vragen te stellen. Help je kind vooral om zelf grip te krijgen op zichzelf. Je zou wel zelf telkens kunnen zeggen wat er aan de hand is of waarom je kind zo reageert, of je zou je kind telkens kunnen geruststellen of problemen oplossen, maar daar help je je kind op langere termijn niet mee. Waar het om gaat, is dat je kind uiteindelijk zichzelf gaat snappen. Wat het voelt, betekent iets. Ouders kunnen helpen, door vragen te stellen die daarbij kunnen helpen. Stel open vragen, die je kind helpen echt na te denken over zichzelf.
- Geef weer hoe je je kind begrijpt. Dit noemen we spiegelen: je creëert een veilige omgeving waarin je kind over zijn/haar gevoelens en ervaringen kan praten en je probeert terug te geven hoe jij dit begrijpt. Zo check je of het klopt en help je je kind woorden te geven aan zijn/haar ervaringen. Spiegel vooral de gevoelens, omdat die het moeilijkst te snappen zijn voor pubers. Uit onderzoek weten we dat een gesprek over gedachten en gevoelens, waarin ouders en kinderen samen zoeken, een erg veilig gevoel geeft aan beiden.
- Stimuleer je kind om voor zichzelf na te denken. Pubers zijn vaak erg gericht op anderen. Ze willen bijvoorbeeld graag bij de groep van leeftijdsgenoten horen en passen zich soms te snel aan aan wat ze denken dat er van hen door deze groep wordt verwacht. Help je kind door hem/haar te laten nadenken over wat hij/zij zelf wil. ‘Is dat ook wat jij zelf wilt?’ Heb begrip voor de lastige klem waarin ze soms komen wanneer de groep iets anders wil dan zij zelf en help om daarin hun weg te vinden.
- Ondertitel jezelf. Pubers vullen vaak allerlei zaken in, bijvoorbeeld ook over de redenen waarom hun ouders bepaalde regels of grenzen stellen. Bedenk dat zij niet in jouw hoofd kunnen kijken om te begrijpen vanuit welke bedoeling je dat doet. Leg daarom expliciet uit waarom je doet wat je doet en waarom je als ouder bepaalde beslissingen neemt.
- Weet met wie je kind omgaat. Loslaten betekent niet dat je kind helemaal zijn of haar eigen weg gaat. Vaak zijn pubers minder goed dan volwassenen in staat om gevaren in te schatten. Ze kunnen beïnvloedbaar zijn. Ouders moeten weten met wie hun kind omgaat en hoe betrouwbaar die personen zijn. Laat je kind duidelijk merken dat je dit erg belangrijk vindt.
- Zorg voor openheid bij je kind door in zijn/haar schoenen te staan. Ouders en pubers botsen geregeld. Dat is geen probleem en hoort bij een normale ontwikkeling. Als je kind kwetsbaar is, kan het contact echter te ver weg zijn. Dan is het lastig om je kind nog te bereiken. Ouders zijn dan soms geneigd om te gaan doordrammen of er continue om te hameren, zonder dat dit ook nog maar enig effect heeft: het lijkt gewoon van hun kind af te glijden. Vaak komt dit omdat kinderen dan het idee hebben dat hun ouders hen toch niet begrijpen. En waarom zou je iets aannemen van iemand die je toch niet begrijpt? Hoe geldt dat voor jezelf? Ook wij nemen vaak maar iets aan van anderen als we het idee hebben dat ze ons snappen. Wil je dus opnieuw je kind bereiken, dan is het vaak nodig om ervoor te zorgen dat zij het idee hebben dat je hen begrijpt. En dan kom je weer uit bij de eerste tip: denk na over je kind, ga een gesprek zonder vooroordelen aan en stel vragen. Geef weer hoe je je kind begrijpt en vermijd om te snelle conclusies te trekken.
RECHTS neerzetten
ONDER NEERZETTEN
Weghalen